An other Christian WordPress.com site – Een andere Christelijke WordPress.com site

Posts tagged ‘Donatisme’

Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #10 De Inquisitie

Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen.

 

De Inquisitie.

Gedurende de drie eerste eeuwen werden tegestanders van het door het staatsaparaat erkende geloof uitlsuiten gestraft op geestelijk vlak. Maar met Constantijn en zijn opvolgers kwam hierin verandering. Sedert Valentianus I (364-378) werden vele wetten tegen zogenaamde ketters uitgevaardigd. De straffen werden confiscatie der goederen, verbanning, het verlies van het recht om een testament te maken, enz.. Eerst stond alleen op het Manicheïsme en het Donatisme de doodstraf, maar in de 11° en 12° eeuw is er al herhaaldelijk sprake van anders gelovigen die aanschouwd worden als maatschappelijk gevarlijk en beter ter dood worden gebracht. De vervolging gaat bijna altijd uit van de spontane verontwaardiging van het volk.[1]

Sedert het midden van de 12° eeuw wordt de toestand anders.
De Katharen verspreiden zich meer en meer, verbonden met de Waldenzen worden zij aanzien als een gevaar voor Kerk en maatschappij. In 1157 werd tijdens het Concilie van Reims voor het eerst opgeroepen tot de vervolging van ketters. Op de synode van Verona (1184) vaardigde Lucius III in tegenwoordigheid van en in samenwerking met koning Frederik Barbarossa een constitutie uit, waarin hij de excommunicatie hernieuwde tegen alle ketters en hun begunstigers. Deze bul Ad Abolendam (Nederlands: Met het doel af te schaffen) betekende een begin van de werkzaamheden van de Inquisitie.

Spanish Inquisition

Spaanse Inquisitie met martelpraktijken

 

Wie zich niet wilde bekeren en behoorlijk boete doen of in de ketterij was hervallen, moest aan de wereldlijke macht ter (billijke) afstraffing overgeleverd worden. Een rijksban werd door de keizer uitgesproken en er werd opgeroepen om de ketters op te sporen. De inquisitie werd een feit.

Met de Regels van Pamiers van 1211 werd de Inquisitie voor het eerst formeel geïnstitutionaliseerd op diocesaan niveau en werd de samenwerking tussen kerk en staat vastgelegd. Vanaf dat moment kon de inquisitie regionaal de vorm aannemen van een systematische vervolging van de katharen en andere andersdenkenden. In verschillende pauselijke decretalen werden telkens aspecten van de toepassing van de inquisitoriale methode verder uitgewerkt. Pas na de verschijning in 1234 van de decretalenverzameling van paus Gregorius IX beschikte men over een min of meer uniforme en consistente regels op dit gebied, in plaats van los overgeleverde relatief toevallig bekende relevante decretalen.

Een aantal religieuze groepen werden door aanscherping van de Regels van Pamiers op aandringen van paus Innocentius III  op het Vierde Lateraans Concilie van 1215 en namens de hele kerk goedgekeurd.

Joden (welke hun riten mochten onderhouden) moesten een geel insigne gaan dragen zoals ook de Mohammedanen een onderscheidingsteken moesten gaan dragen. Heidenen vielen niet onder de inquisitie wetten, tenzij in bepaalde gevallen, als zij b.v. de Christenen (lees Katholieken) tot afval verleiden. Men richtte zich vooral tegen de Katharen, Waldenzen, verdachte Begijnen, Apostelbroeders enz.[2]

In 1243 besloot paus Innocentius IV dat bij de verhoren van verdachten ook marteling was toegestaan. De inquisitie vormde van toen af aan, onder rechtstreeks toezicht van de paus, een ontzagwekkende, nagenoeg onaantastbare macht, niet alleen van de Kerk over het volk, maar ook binnen de Kerk zelf.

Op het einde der middeleeuwen openbarden zich verschillende religieuze stromingen die zonder direct ketters te zijn, toch de voorbereiding van het later opkomende protestantisme bevorderden.


[1] Handboek der Kerkgeschiedenis #1 p. 539.

[2] Handboek der Kerkgeschiedenis #1 p. 541.

Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #7 Afstandelijken, donatisten en arianen

Uit het vorige artikel (Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen. – Constantijn de Grote) kon u opmaken dat doorheen de jaren de leerlingen van Jezus en hun opvolgers meer en meer geconfronteerd werden met tegensprekende gedachten. Reeds in de eerste eeuw hadden de apostelen gewaarschuwd voor valse leraren, valse religie en valse profeten. Maar de wereld verkneukeld zich graag in gewoonten en houdt graag vast aan gebruiken, traditionele feesten en ziet zich niet graag in afzondering leven of als buitenbeentje beschouwd worden. Het willen behoren tot de gemeenschap werd als belangrijker aanschouwd dan het trouw blijven aan een juiste leer.

De Griekse wijsgerig-wetenschappelijke denk- of redeneermethodes én de Grieks-wijsgerige denkbeelden slopen de theologie binnen waarbij men ook naar wetenschappelijke theorieën en wijsgerige denkpatronen zocht. Met behulp van wetenschappelijke analyses probeerde men  inzicht te krijgen in het ‘wezen’ van God, en vervolgens ook in andere ‘geloofsdogma’s’ die werden ‘opgehoest’. ‘Christelijke theologieën’ werden tegenover heidense ‘theologieën’ (filosofische theorieën over wat of wie ‘god’ is) geplaatst (aldus bijv. Tertullianus).

Diegenen die als ware navolgers van Christus Jezus de Joodse geschriften ter hand bleven nemen werden meer in het verdomhoekje gedreven. Zij de de Heilige Geschriften of het Woord van God verder blijven bestuderen werd het moeilijker gemaakt. Diegenen die verkozen om hun macht te versterken kozen er voor om de anderen zo onwetend mogelijk te houden en trachtten er voor te zorgen dat de mensen onder hen niet te veel in de oudere Geschriften lazen. De Bijbel werd minder en minder als werkinstrument gebruikt zodat de mensen van de inhoud ervan vervreemden.

Diegenen die de Bijbel als ‘Hét Boek der boeken‘ verder wilden bestuderen geraakten in de minderheid en hadden veel moeite om stand te kunnen houden tegenover al de andere predikers die met meer populairdere gedachten de mensen wisten te bekoren. Hoe minder de mensen van het Woord van God kenden hoe meer konden ‘theologen‘ de mensen dingen voor leggen welke on-Schriftuurlijk waren maar waarbij de Kerk haar macht over de mensheid kon verhogen.

***

Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen.

Afstandelijken, donatisten en arianen.

Niet iedereen wou deel uit maken van de wereld en toegeven aan de machtshebbers. Door heen de tijden bleven bepaalde Christenen zich afzijdig houden van de door mensen bijgevoegde zo gezegde geloofspunten.

Arius (AD ca. 250 or 256 - 336) was a Christia...

Arius

Ook op het concilie van Nicea, soms ook het eerste oecumene concilie genaamd, werden tegenstrijdige opvattingen hardop geuit en ging het er niet steeds kalm aan toe. Eén opvatting, vertegenwoordigd door Arius, leerde dat de Zoon qua tijd een eindig begin had en daarom niet aan God gelijk, maar in alle opzichten ondergeschikt was. Athanasius daarentegen geloofde dat de Zoon in een bepaald opzicht aan God gelijk was. En er waren andere opvattingen.

Betreffende de beslissing van het concilie om de Zoon te beschouwen als van hetzelfde wezen (wezenseen) met God, zegt Martin Marty: „Nicea vertegenwoordigde in feite de opvatting van een minderheid; het akkoord werd moeizaam bereikt en was voor velen die de Ariaanse zienswijze niet deelden, onaanvaardbaar.”[1] Insgelijks merkt het boek A Select Library of Nicene and Post-Nicene Fathers of the Christian Church op dat „een duidelijk geformuleerd leerstellig standpunt dat tegengesteld was aan het arianisme, slechts door een minderheid werd ingenomen, hoewel deze minderheid zegevierde”.[2] En in A Short History of Christian Doctrine wordt opgemerkt:

„Waar veel bisschoppen en theologen van het Oosten vooral bezwaar tegen schenen te hebben, was het door Constantijn zelf in de geloofsbelijdenis opgenomen denkbeeld van de homoousios [„van hetzelfde wezen”], dat in het latere conflict tussen de orthodoxie en de ketterij de twistappel werd.”[3]

Na het concilie werden de disputen nog tientallen jaren voortgezet. De voorstanders van het denkbeeld dat de Zoon aan de Almachtige God gelijk was, geraakten zelfs een tijdlang uit de gunst. Zo zegt Martin Marty betreffende Athanasius: „Zijn populariteit steeg en daalde, en hij werd zo vaak verbannen [in de jaren na het concilie] dat hij vrijwel een pendelaar werd.”[4] Athanasius bracht jaren in ballingschap door omdat politieke en kerkelijke autoriteiten zich verzetten tegen zijn opvattingen dat de Zoon gelijk was aan God.

Athanasius (± 295 – 373) patriarch van Alexandrië

De bewering dat het concilie van Nicea in 325 G.T. de leerstelling van de Drie-eenheid heeft bevestigd of bekrachtigd, is dus niet waar. Wat later de Drie-eenheidsleer werd, bestond destijds nog niet. Het denkbeeld dat de Vader, de Zoon en de heilige geest elk de ware God alsook gelijk in eeuwigheid, macht, positie en wijsheid waren, en toch maar één God — een drie-in-één God — is niet door dat concilie noch door vroegere kerkvaders ontwikkeld. pas ruim een eeuw na Arius, op het Concilie van Chalcedon in 451 na Chr., de leer van de drie-eenheid vastgelegd. Er waren nog twee concilies (kerkvergaderingen) nodig alvorens men tot de definitieve afronding van deze theologische kwesties kwam. In The Church of the First Three Centuries wordt gezegd:

„De huidige populaire leerstelling der Drieëenheid . . . vindt geen ondersteuning in de taal van Justinus [Martyr]: en deze waarneming kan bij uitbreiding gelden voor alle ante-Niceense Vaders; dat wil zeggen, voor alle christelijke schrijvers gedurende drie eeuwen na de geboorte van Christus. Zij spreken weliswaar over de Vader, de Zoon en de profetische of heilige Geest, maar in geen enkel opzicht zoals dat thans door Trinitariërs wordt aanvaard; niet als aan elkaar gelijk, niet als één numeriek wezen, niet als Drie in Eén. Juist het tegenovergestelde is het geval. De leerstelling der Drieëenheid zoals ze door deze Vaders werd verklaard, verschilde essentieel van de huidige leerstelling. Dit stellen wij als een feit dat even afdoend bewezen kan worden als elk feit in de geschiedenis van menselijke opvattingen.[5]

Nicea vertegenwoordigt echter een keerpunt. Het opende de deur tot de officiële aanvaarding van de leer dat de Zoon gelijk is aan de Vader, en dat baande de weg voor het latere denkbeeld van de Drieëenheid. Het boek Second Century Orthodoxy, door J. A. Buckley, merkt op:

„Tot ten minste het einde van de tweede eeuw bleef de universele Kerk in één fundamenteel opzicht verenigd; allen aanvaardden het oppergezag van de Vader. Allen beschouwden God, de Almachtige Vader, als alleen oppermachtig, onveranderlijk, onuitsprekelijk en zonder begin. . . .

Na de dood van die tweede-eeuwse schrijvers en voorgangers bleek dat de Kerk zelf . . . langzaam maar onverbiddelijk afgleed naar dat punt . . . waar op het concilie van Nicea de climax van heel deze geleidelijke ondermijning van het oorspronkelijke geloof werd bereikt. Daar drong een kleine explosieve minderheid haar ketterij aan een inschikkelijke meerderheid op, en met de steun van de politieke autoriteiten dwong, vleide en intimideerde ze degenen die zich beijverden om de oorspronkelijke zuiverheid van hun geloof onbevlekt te bewaren.”

De schismatische stroming van 311,  het donatisme was een „christelijke” sekte in de vierde en vijfde eeuw G.T. De aanhangers ervan stelden dat de geldigheid van de sacramenten afhankelijk is van de moraliteit van de bedienaar en dat de kerk mensen die zich aan ernstige zonde schuldig maakten, van het lidmaatschap moest uitsluiten. Het arianisme was een „christelijke” beweging in de vierde eeuw, die de godheid van Jezus Christus ontkende. Arius onderwees dat God ongeboren en zonder begin is. De Zoon kan, omdat hij wel geboren is, niet God zijn in dezelfde zin als de Vader. De Zoon is niet eeuwig, maar werd geschapen en bestaat door de wil van de Vader.[6]

Theodosius I

Waarschijnlijk heeft keizer Theodosius het Arianisme wel de zwaarste slag toegebracht. Door middel van de officiële edicten van 391-392 G.T. stelde hij de rooms-katholieke orthodoxe leer voor alle „christenen” verplicht en beroofde de Arianen, alsmede alle heidenen, van hun plaatsen van aanbidding. Over deze gebeurtenis verklaarde een historicus: „De legale triomf van de kerk over ketterij [Arianisme] en heidendom en haar evolutie van een vervolgde sekte tot een vervolgende staatskerk waren voltooid.”

Vanaf de vijfde eeuw kwamen er geen Ariaansgezinde Romeinse keizers meer voor. Dit kenmerkte echter niet het einde van het Arianisme als een nationale religie. Verre van dat! Na de dood van Theodosius viel Rome opnieuw ten prooi aan Ariaans-Germaanse invallers uit het noorden. Een rooms-katholieke autoriteit merkt hierover op: „Ondanks enige vervolging, verspreidde het christendom zich in deze [Ariaanse] vorm met opmerkelijke snelheid van de Goten naar de naburige stammen. . . . Toen ze het Westen binnenvielen en de verschillende Germaanse koninkrijken stichtten, beleden de meeste stammen [het Arianisme] als hun nationale religie en vervolgden in sommige gevallen degenen onder de Romeinse bevolking die de katholieke orthodoxie aanhingen. . . . Maar geleidelijk aan slaagde de [Rooms-]Katholieke Kerk erin het Arianisme uit te roeien. In sommige gevallen werd dit tot stand gebracht met behulp van militaire acties die het Germaanse element bijna geheel deden verdwijnen.” Dit vond plaats tijdens de regering van keizer Justinianus, die de ambitie koesterde het Romeinse Rijk tot zijn voormalige glorie te herstellen en berucht was wegens zijn vervolgingen, niet alleen van de Arianen, maar ook van de joden en de Samaritanen. Hij verbood de joden zelfs hun Geschriften in het Hebreeuws te lezen!

Flavius Petrus Sabbatius Justinianus (Justinianus I, Justinian I, Justinian the Great) Justinianus de Grote

Justinianus maakte evenwel geen eind aan het Arianisme. Rome zou nog meer met Germaanse barbaren te maken krijgen, want een paar jaar na Justinianus’ dood vielen de Longobarden, naar verluidt een van de wreedste Germaanse stammen, Italië binnen. Het duurde niet lang of zij hadden het grootste deel van het Italiaanse schiereiland onder controle. Toen, in het midden van de zevende eeuw, werden de Longobarden om de een of andere reden langzamerhand trinitarische rooms-katholieken, en dat zij de paus problemen bleven geven, was daarom niet om religieuze, maar om politieke redenen en problemen in verband met gebiedsbezit.

Betreffende deze periode lezen wij: „In de daaropvolgende ineenstorting keerden de kansen, vaker als gevolg van lekenpatronaat en politieke verschuivingen dan theologische argumenten.” Of zoals een andere schrijver het stelt: „[Het Arianisme] handhaafde zich nog twee eeuwen, ofschoon meer door toeval dan door keus of overtuiging.” Terloops zij opgemerkt dat bovengenoemde politieke en militaire activiteiten van de zijde van de Arianen een weerlegging vormen van de beschuldiging die sommigen uiten dat de niet politiek gezinde, vredelievende christelijke getuigen van Jehovah Arianen zijn.

Als wij opmerken wat de geschiedenis te zeggen heeft over de politieke activiteiten van de Trinitariërs en de Arianen kunnen wij niet anders dan onder de indruk komen van de nauwkeurigheid waarmee zowel Jezus als zijn apostelen hebben voorzegd wat er met de christelijke gemeente zou gebeuren. Jezus schildert het in een van zijn gelijkenissen: „Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid overheen, midden tussen de tarwe, en ging weg.” En zo werd het veld dat oorspronkelijk een tarweveld was een onkruidwildernis (Matth. 13:25). En als men kijkt naar de hebzucht en de gewelddaad die de Trinitariërs en Arianen ten toon hebben gespreid, beseft men hoe nauwkeurig de apostel Paulus heeft voorzegd hoe de mensen zouden worden: „Ik weet dat er na mijn heengaan onderdrukkende wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet teder zullen behandelen.” Tot die wolvenhorden hebben zowel de Trinitariërs als de Arianen behoord, waarvan de eersten de wreedsten waren! (Handelingen der Apostelen 20:29).

De Germaanse stammen die het verzwakte Romeinse Rijk binnendrongen, beleden het ariaanse „christendom” en namen het mee naar een groot deel van Europa en Noord-Afrika, waar het tot ver in de zesde eeuw G.T., en in sommige gebieden zelfs nog langer, bleef gedijen.


[1]A Short History of Christianity, door Martin E. Marty, 1959, blz. 91.

[2]A Select Library of Nicene and Post-Nicene Fathers of the Christian Church, door Philip Schaff en Henry Wace, 1892, Deel IV, blz. xvii.

[3]A Short History of Christian Doctrine, blz. 53.

[4]A Short History of Christian Doctrine, blz. 91.

[5]The Church of the First Three Centuries, door Alvan Lamson, 1869, blz. 75, 76, 341.

[6] Dat de Arianen schriftplaatsen hadden die hen ondersteunden, blijkt wel uit teksten als Johannes 14:28, Kolossenzen 1:15-17; 1 Timótheüs 1:17; Openbaring 3:14.

Arius (Grieks: Άρειος) (Pentapolis van Cyrenaica, 256Constantinopel, zo rond 336) is de stichter van het arianisme, een stroming in de vroege kerk. zijn volgelingen werden lang door de Katholieke Kerk bestreden.  De eerste eeuwen bleef de niet-trinitarische gedachte nog te veel verspreiden, volgens de Katholieke Kerk. Om dit tegen te gaan moest die Kerk een Germaanse kampioen uitzoeken en opleiden die de tegenstanders van de algemeen heersenden konden breken. Uit een schraal assortiment van heidense stammen werden de woeste Franken uit Noord-Oost-Gallië gekozen.  De katholieke bisschoppen legden een levendige belangstelling aan de dag voor de persoon en ontwikkeling van een 15-jarige, heidense krijger, die in 481 koning der Franken werd: Chlodovech of Clovis (465-511).

Vindt meer:

over Athanasius (± 295/296 – 373) patriarch van Alexandrië geboren in Afrika streed energiek voor het katholieke geloof. Ook al was hij toen nog maar diaken streed hij zeer hard tegen de Arianen op het concilie van Nicea.

Athanasius patriarch van Alexandrië

Goddelijke waarheid en menselijke geleerdheid

Concilie van Chalcedon

In 303 beval keizer Diocletianus dat de heilige boeken van het christendom ter vernietiging moesten worden overgedragen aan de burgerlijke autoriteiten en dat kerkelijk bezit moest worden geregistreerd. In een rituele handeling moesten christenen vervolgens hun trouw aan de keizer en de goden van het keizerrijk betonen. Uit angst voor de doodstraf gaven vele bisschoppen en gelovigen gehoor aan het bevel van de keizer. Deze Lapsi werden na deze vervolging traditores genoemd: verkwanselaars. Voor christenen was omgang met hen streng verboden; wederopname in de kerk was pas mogelijk na een lang proces van boete.  > Traditores en Donatisme

Het leven van Augustinus (354-430): Augustinus en de puriteinen … Donatisten

Causes of the donatist schism

History of the Donatists

Flavius Theodosius bekend als Theodosius I de Grote (Grieks: Θεοδόσιος ο Μέγας) ( ca. 346395) laatste van het gehele Romeinse rijk. Na zijn dood werd het rijk definitief gesplitst in Oost en West.

Theodosian-Code

Het Byzantijnse Rijk van 527-565

Age To Come

The Lord Jesus Christ is the last Adam, not the first God-man. ~~~ www.AgeToCome.tk

undercoverjw

I go undercover in the Jehovah's Witness Church

Jehovah's Zsion, Zion and Sion Mom Signal for the Peoples!

Thy Empire and Kingdom Zsion Come as In Heavens So on Earth. Diatheke. Matthew.6.10, Tanakh.Psalm.87 and https://zsion.mom

jamesgray2

A discussion of interesting books from my current stock at www.jamesgraybookseller.com

Unmasking anti Jehovah sites and people

Showing the only One True God and the Way to That God

The Eccentric Fundamentalist

Musings on theology, apologetics, practical Christianity and God's grace in salvation through Jesus Christ

John 20:21

"As the Father has sent me, so I am sending you."

The Biblical Review

Reviewing Publications, History, and Biblical Literature

Words on the Word

Blog by Abram K-J

Bybelverskille

Hier bestudeer ons die redes vir die verskille in Bybelvertalings.

Michael Bradley - Time Traveler

The official website of Michael Bradley - Author of novels, short stories and poetry involving the past, future, and what may have been.

BIBLE Students DAILY

"Be faithful unto death, and I will give you the crown of life." Revelation 2:10

takeaminutedotnet

All the Glory to God

Groen is Gezond

van zaadjes in volle grond tot iets lekkers op het bord

Jesse A. Kelley

A topnotch WordPress.com site

JWUpdate

JW Current Apostate Status and Final Temple Judgment - Web Witnessing Record; The Bethel Apostasy is Prophecy

Sophia's Pockets

Wisdom Withouth Walls

ConquerorShots

Spiritual Shots to Fuel the Conqueror Lifestyle

Examining Watchtower Doctrine

Truth Behind the "Truth"

Theological NoteBook

Dabbling into Theology